Het stellen van de diagnose

Het stellen van de diagnose DVN is niet eenvoudig. Tijdens gangbaar neurologisch onderzoek worden bij mensen met DVN vaak geen afwijkingen gevonden. De spierkracht, spierrekkingsreflexen en het gevoel voor trillingen zijn bij DVN normaal. Het gevoel voor pijn en temperatuur is lastig te testen in de spreekkamer. Wel kan geconstateerd worden dat normale aanraking van de huid pijnlijk is (allodynie). Op het moment dat typische DVN-klachten aanwezig zijn, moeten er nog verschillende aanvullende onderzoeken worden gedaan, om de diagnose te kunnen bevestigen.

Typische verschijnselen van DVN

Bij een combinatie van de volgende drie aspecten zal aanvullend onderzoek worden gedaan om de diagnose DVN te kunnen stellen:

  • zenuwpijn (brandend, prikkelend, schietend), doorgaans het eerst in de voeten en handen
  • andere gevoelsklachten (veranderd gevoel voor pijn en temperatuur, overgevoeligheid voor aanraking (allodynie) en pijnprikkels (hyperalgesie)
  • normale functie van de dikke zenuwvezels (normale kracht, spierrekkingsreflexen en gevoel voor trillingen).

Daarnaast kunnen hierbij verstoorde autonome functies voorkomen zoals

  • droge ogen en/of mond;
  • problemen met scherpstellen van de ogen;
  • transpiratiestoornissen: te veel of te weinig zweten;
  • problemen met plassen;
  • impotentie of vaginale droogheid;
  • afgenomen maaglediging;
  • diarree of verstopping;
  • opvliegers;
  • duizeligheid bij snel opstaan;
  • hartkloppingen.

Aanvullend onderzoek

  • Zenuwgeleidingsonderzoek of elektromyografie (EMG)
    Bij patiënten met een pure DVN zijn de dikke zenuwvezels niet beschadigd. De werking van de dikke zenuwvezels wordt onderzocht met een zenuwgeleidingsonderzoek of elektromyografie (EMG) door zenuwen en spieren op meerdere plaatsen elektrisch te prikkelen. Met een elektrode in de vorm van een plakker of ringetje worden de signalen uit de zenuwvezels opgevangen en op een monitor weergegeven. De elektrische prikkels kunnen onaangenaam aanvoelen, maar zijn meestal niet echt pijnlijk. Soms gaat door de elektrische prikkel de hand of voet bewegen. Bij patiënten met een pure DVN laat het onderzoek geen afwijkingen zien.
  • Huidbiopt
    Voor een huidbiopt wordt een stukje huidweefsel van 3mm doorsnede afgenomen, ongeveer 10 cm boven de enkel. Daarvoor wordt de huid plaatselijk verdoofd met een prik zodat het afnemen van het biopt niet pijnlijk is. Vervolgens wordt onder de microscoop het aantal zenuwvezels in de huid geteld en vergeleken met de normale waarde bij gezonde mensen. Die waarden nemen af met de leeftijd en verschillen tussen mannen en vrouwen. Bij patiënten met DVN is het aantal zenuwvezels in de huid meestal verlaagd vergeleken met gezonde personen.
    Het huidbiopt is op dit moment de best onderzochte en meest betrouwbare test voor het stellen van de zekere diagnose DVN. Een normaal huidbiopt sluit de diagnose niet uit.

Video met uitleg over het huidbiopt

  • Temperatuurdrempelonderzoek
    Om te bepalen hoe de dunne zenuwvezels functioneren bij het voelen van warmte en kou wordt een temperatuurdrempelonderzoek gedaan. Daarbij wordt een metalen blokje op de voeten en soms ook op de handen geplaatst dat afwisselend warm en koud wordt. Met een druk op een knop kan iemand aangeven of hij dit voelt. Als de zenuwvezels niet goed functioneren in het voelen van warmte en kou laat het onderzoek meestal een afwijkende uitslag zien.
    Omdat het temperatuurdrempelonderzoek ook een afwijkende uitkomst kan geven bij andere aandoeningen van het zenuwstelsel die het gevoel beïnvloeden, is dit onderzoek op zich onvoldoende voor het stellen van de definitieve diagnose DVN. Het ondersteunt wel de diagnose DVN bij een typisch klachtenpatroon.
  • Bloedonderzoek
    Om een mogelijke onderliggende aandoening op te sporen wordt uitgebreid bloedonderzoek gedaan. Daarbij wordt minimaal gekeken naar het suikergehalte, verschillende immunologische waarden en het vitamine B12-gehalte. Daarnaast kan erfelijkheidsonderzoek (DNA-onderzoek) worden overwogen. Op grond van de klachten kan niet worden voorspeld of er een genetische oorzaak aan DVN ten grondslag ligt.

Bent u patiënt of mantelzorger en heeft u een vraag?

Staat uw vraag niet tussen de veelgestelde vragen? Stel deze dan aan de specialisten van ons expertiseteam via het contactformulier. Wij helpen u graag.
Stel een vraag
Weet u wat u moet doen bij een ziekenhuisopname? Informatie over een ziekenhuisopname