DVN-expertisecentrum
Het expertisecentrum DVN beschikt over de meest actuele kennis over DVN en heeft veel ervaring met de diagnostiek en behandeling. Een patiënt kan naar het expertisecentrum worden verwezen om de diagnose te stellen of te bevestigen, of om gerichte adviezen te krijgen als DVN vermoed wordt. Tijdens een dagopname worden alle onderzoeken gedaan die noodzakelijk zijn om de diagnose DVN te kunnen stellen. Op basis van de informatie die tijdens de dagopname wordt verzameld, wordt een gericht advies uitgebracht. De patiënt blijft onder behandeling van de arts in zijn of haar omgeving, waarbij de adviezen van het expertisecentrum als aanvulling dienen.
- Naast adviezen over de behandeling kunt u bij het expertisecentrum onder meer informatie krijgen over wetenschappelijk onderzoek en eventuele deelname hieraan.
- Het expertisecentrum kan ook adviezen geven aan uw zorgverlener in de vorm van een collegiaal consult.
Neuroloog
Alleen een neuroloog kan de diagnose DVN stellen. De neuroloog informeert u daarnaast over het verloop van de aandoening, het behandelplan en mogelijke begeleiding en verwijst u zo nodig naar een andere specialist of zorgverlener. Het is niet altijd noodzakelijk om bij een neuroloog onder behandeling te blijven. De huisarts blijft altijd de eerste arts op wie mensen met DVN een beroep kunnen doen.
Verpleegkundig specialist
In steeds meer (academische) centra zijn verpleegkundig specialisten aanwezig die nauw samenwerkt met neurologen. In het DVN-expertisecentrum zijn zij gespecialiseerd in DVN. Zij zien zelfstandig patiënten, coördineren verschillende onderzoeken en zijn betrokken bij het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek.
Revalidatiearts
Een revalidatiearts begeleidt mensen met DVN bij het leren omgaan met de ziekteverschijnselen in het dagelijks leven. In het behandelplan houdt hij niet alleen rekening met de lichamelijke klachten, maar ook met wat de patiënt zelf belangrijk vindt, zoals mobiel blijven of het uitvoeren van bepaalde activiteiten.
De revalidatiearts werkt in een team samen met een fysiotherapeut, ergotherapeut, logopedist en een maatschappelijk werker of psycholoog. Ook kan hij zo nodig verwijzen naar de makers van hulpmiddelen op maat, zoals een orthopedisch schoenmaker.
Pijnspecialist
In veel ziekenhuizen is een polikliniek voor pijnbestrijding aanwezig. Medisch specialisten werken hier samen met andere zorgverleners, zoals een verpleegkundig specialist of psycholoog. Meestal is een anesthesist de hoofdbehandelaar, maar ook neurologen die gespecialiseerd zijn in de behandeling van pijn kunnen werkzaam zijn op deze polikliniek.
Klinisch geneticus
Een klinisch geneticus kan vragen beantwoorden over erfelijkheid en over onderzoeken die mogelijk zijn wanneer u een kinderwens heeft.
Maatschappelijk werker/psycholoog
Omdat DVN ingrijpende gevolgen kan hebben voor de relatie, de sociale contacten, het werk en het gezin, kan een maatschappelijk werker of psycholoog hulp bieden, bijvoorbeeld als onderdeel van de behandeling in een revalidatiecentrum. Een maatschappelijk werker houdt zich vooral bezig met de gevolgen voor het gezin en het werk, en kan helpen met het doen van een beroep op regelingen en uitkeringen. Een psycholoog richt zich op het omgaan met de gevoelens die de ziekte oproept, zoals angst en onzekerheid.
Psychiater/psychiatrisch verpleegkundig specialist
Wie vastloopt in het omgaan met de gevolgen van DVN en langdurig depressieve klachten of angsten heeft, kan voor hulp terecht bij een psychiater of psychiatrisch verpleegkundig specialist.
Oogarts
Bij klachten over pijnlijke en droge ogen of problemen met scherpzien kan een oogarts onderzoeken of die klachten veroorzaakt worden door een andere aandoening dan DVN. Ook kan hij advies geven over de behandeling van de oogklachten.
Huidarts/dermatoloog
Bij ernstige jeuk kan een huidarts vaststellen of er een andere verklaring voor is dan DVN. Ook kan hij advies geven over de behandeling van de huidklachten.
Internist/endocrinoloog
Een patiënt met DVN kan voor verder onderzoek en behandeling naar een internist worden verwezen wanneer bij aanvullend onderzoek een bepaalde onderliggende aandoening wordt vermoed, bijvoorbeeld suikerziekte of een auto-immuunziekte.