Erfelijkheid kan een rol spelen bij het ontstaan van DVN, zowel bij patiënten met als zonder onderliggende factor. Bepaalde zoutkanalen (natriumkanalen) zijn verantwoordelijk voor de prikkeloverdracht in de dunne zenuwvezels. In bepaalde stukjes erfelijk materiaal (genen) ligt de informatie van deze natriumkanalen opgeslagen. Ongeveer 15% van de patiënten met DVN heeft een afwijking (mutatie) in deze genen, waardoor de natriumkanalen te actief zijn en signalen doorgeven aan de hersenen zonder dat er een pijnprikkel is geweest. Ook kunnen door ontregeling van de natriumkanalen klachten van het autonome zenuwstelsel ontstaan.
- De genen waarin de informatie voor de natriumkanalen in de dunne zenuwvezels ligt opgeslagen zijn het SCN9A-, SCN10A- en SCN11A-gen. De natriumkanalen die hierbij horen zijn respectievelijk natriumkanaal NaV7, NaV1.8 en NaV1.9.
- Patiënten met DVN bij wie een natriumkanaalaandoening is vastgesteld, hebben de afwijking in hun DNA meestal van één van hun ouders geërfd. Zij hebben 50% kans om de erfelijke afwijking aan een kind door te geven. Dit heet autosomaal dominante overerving. Het geslacht maakt hierbij niet uit. De aandoening slaat geen generatie over.
- De natriumkanaalafwijking in het erfelijk materiaal kan ook ontstaan door een spontane mutatie tijdens de celdelingen na de bevruchting van de eicel. Dan hebben de ouders, broers of zussen deze afwijking niet, maar kan de patiënt de mutatie wel doorgeven aan zijn kinderen.
- De natriumkanaalaandoening hoeft niet bij iedereen tot dezelfde klachten te leiden. Sommige mensen die de natriumkanaalafwijking geërfd hebben, krijgen zelfs helemaal geen klachten van DVN.
- Indien een familielid van een patiënt met DVN en een natriumkanaalaandoening wil weten of hij deze natriumkanaalafwijking geërfd heeft, kan de huisarts het familielid verwijzen naar een neuroloog om te onderzoeken of er sprake is van DVN;
- Als de neuroloog inderdaad de diagnose DVN stelt, kan hij erfelijkheidsonderzoek inzetten;
- Indien de neuroloog geen aanwijzingen voor DVN vindt, kunnen familieleden die vragen over de overerving blijft houden, verwezen worden naar een klinisch geneticus;
- Het hebben van een natriumkanaalafwijking resulteert niet altijd in DVN.