Pijn kan behandeld worden met medicijnen voor pijnbestrijding en met pijnrevalidatie.
Voor pijnbestrijding bij DVN kunnen drie soorten medicijnen worden gebruikt die tevens voor andere doelen zijn ontwikkeld:
- antidepressiva: duloxetine, venlafaxine, amitriptyline, nortriptyline;
- anti-epileptica: gabapentine, pregabaline;
- opiaten: morfineachtige medicijnen zoals tramadol of oxycodon.
Deze medicijnen geven vaak gedeeltelijke verlichting, maar kunnen hinderlijke bijwerkingen hebben zoals duizeligheid en slaperigheid.
Pijnrevalidatie is bedoeld om een onderscheid te leren maken tussen de pijn zelf en de negatieve gevolgen die de pijn versterken. Samen met een revalidatiearts, fysiotherapeut, ergotherapeut en psycholoog bekijkt de patiënt wat hij of zij door de pijn wel en niet kan en wat hij of zij zelf belangrijk vindt om weer te kunnen doen. Pijnrevalidatie kan helpen de pijn flink te verminderen en het dagelijks functioneren minder te bepalen.
Voor meer informatie over beide vormen van pijnbehandeling, zie de pagina over de behandeling van DVN.